Aanbieding: koffie met verzadigd vet

– Mooie jurk.
Dank je.
– Lekker fris, jong.
Jong?
– Dat je er jong van wordt. Gaan we met jouw auto? Die van mij is zo groot.
Hebben we nog tijd voor een koffie?
– Jij dronk toch geen koffie meer?
Ik heb een nieuw dieet. Het mag weer.
– Laten we in de stad koffie met appelgebak doen. Ik weet nog een leuk nieuw tentje. Kom, pak je jas.
Even mijn autosleutels zoeken.
– Dus koffie is weer goed?
Verzadigde vetten ook. Het lichaam gebruikt verzadigd vet om het hart in te kapselen, om het te beschermen. En door regelmatig koffie te drinken, houdt je lichaam tot wel vier liter meer vocht vast.
– Nooit geweten.
Nee, dat is iets nieuws.
– Wie heeft dat allemaal ontdekt?
Ik ben haar naam even kwijt. Haar boek ligt naast de bank.
– O, die heb ik wel eens in een blaadje gezien. Ik dacht dat ze model was.
Een hele slimme meid hoor. Heeft rechten gestudeerd.
– Dan zal ze het wel weten. Gaan?
Ik twijfel nog. Je zei dat ik van deze jurk jong word.
– Jonger.
En zonder?
– Wat?
Als ik deze jurk niet aan heb?
– Wat dan?
Zeg jij het maar.
– Ik begrijp het niet.
Die jurk maakt jong, maar eigenlijk ben ik oud.
– Vind je?
Vind jij.
– Helemaal niet.
Dat is wat je zegt.
– Jong zei ik.
De jurk is jong en ik ben oud.
– Wie heeft het hier over oud?
Tussen de regels door.
– Jij begint over oud.
Straks beweer je nog dat ik er slanker in lijk.
– Nee!
Niet?
– Heus niet.
Deze jurk maakt me niet slanker?
– Nee.
Dikker?
– Ook niet.
Jij bedoelt dat ik beter kan stoppen met dat dieet, is dat wat je wil zeggen?
– Dat zeg ik helemaal niet.
Jij weet helemaal niks van afvallen, dus je kunt er maar beter over ophouden. Het is waar dat ik alleen maar ben aangekomen sinds ik ermee ben begonnen, maar ik ben niet het type dat opgeeft, als je dat maar weet.
– Goed, goed. Rustig maar. Zullen we gaan?
We gaan met de jouwe. Ik kan mijn autosleutels niet vinden.