BMI of vetpercentage meten?

‘BMI’, oftewel ‘Body Mass Index’, je hebt er vast van gehoord. Er zijn ontelbare websites waar je zelf je BMI kunt berekenen. Over het meten van je vetpercentage is minder informatie te vinden. Jammer, want nauwkeurig meten doe je juist op deze manier. Vroeger moest je daarvoor naar de huisarts of sportschool. Inmiddels kun je een vetpercentagemeter gemakkelijk zelf aanschaffen.

Gezond afvallen is onlosmakelijk verbonden met het meten van je vetpercentage, want je kunt zelfs aankomen of op gewicht blijven terwijl je wél vet verliest. Hoe dat zit? Lees snel verder!

BMI en vetpercentage meten: wat houdt het in?

BMI is de verhouding tussen je gewicht en je lengte, wat dus niets zegt over je lichaamsbouw en ook geen rekening houdt met de activiteiten die je uitvoert. Als we het hebben over je vetpercentage, dan hebben we het over de verhouding tussen je totale gewicht (botten, spieren, bloed, organen, et cetera) en het vetpercentage in je lichaam. Dit is belangrijk voor gezond afvallen, als je resultaten op de sportschool wilt meten of wilt weten hoe fit je bent.

Gezond afvallen? Meet je vetpercentage!

Het is eigenlijk heel simpel en logisch, maar gezond afvallen en de vetpercentagemeter zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het kan immers zijn dat je niet (meer) afvalt, maar wél fitter wordt. Dit kan komen doordat je meer spieren opbouwt en minder vet hebt. Als je dus kijkt naar het vetpercentage, krijg je een concreet beeld dat weinig ruimte voor onduidelijkheid overlaat. Dat maakt gezond afvallen mogelijk en makkelijker.

Gezond afvallen met een vetpercentagemeter

Een vetpercentagemeter is superhandig en zeker als je weet dat je op deze manier rekening houdt met alle factoren die van invloed zijn op jouw gewicht. Voor weinig geld kun je zo’n meter kopen en duurdere weegschalen bevatten inmiddels ook vaak een vetpercentagemeter, waardoor je thuis gemakkelijk jouw vetpercentage kunt berekenen. Handig!